Alain Platel

Alain Platel is van opleiding orthopedagoog, als regisseur autodidact. Hij richt met een aantal vrienden en familieleden in ’84 een groepje op dat collectief opereert. Vanaf Emma (1988) profileert hij zich meer als regisseur. Hij tekent voor Bonjour Madame (’93), La Tristeza Complice (1995) en Iets op Bach (1998), producties die les ballets C de la B (zoals het gezelschap ondertussen heet) tot de internationale top bombardeerden. Met schrijver Arne Sierens deed hij tussendoor iets gelijkaardigs voor het Gentse jeugdtheater Victoria met Moeder en kind (1995), Bernadetje (1996) en Allemaal Indiaan (1999).
        
Na Allemaal Indiaan kondigt Alain Platel een productiestop aan. Maar Gerard Mortier haalt hem over de streep om Wolf (2003) te maken op muziek van Mozart. Het project met koren voor de opening van de nieuwe KVS, markeert het begin van een intense samenwerking met componist Fabrizio Cassol. vsprs (2006) is een keerpunt. Het werk dat tot dan toe uitbundig was, zowel in de diversiteit van de performers als de thema’s, kruipt onder het vel, wordt nerveuzer en legt een wereld bloot van drift en verlangen. En geweld, zoals in Nine Finger (2007) met Benjamin Verdonck en Fumiyo Ikeda.

Na het barokke pitié! (2008) is Out Of Context – for Pina (januari 2010) een bijna ascetische reflectie op het bewegingsarsenaal van spasmen en tics. Alain Platel blijft consequent in dit bewegingsidioom zoeken naar de vertaling van té grote gevoelens. De hunker naar iets wat het individuele overstijgt, wordt steeds voelbaarder.
Gardenia (juni 2010) werd gecreëerd in samenwerking met regisseur Frank Van Laecke. In deze productieis het sluiten van een travestiecabaret de kapstok om in de privélevens van een memorabele groep oude artiesten binnen te gluren. In 2015 werken Alain Platel en Frank Van Laecke opnieuw samen: geruggesteund door componist Steven Prengels, weerspiegelt En avant, marche! een samenleving geïnspireerd door de traditie van fanfares en harmonies.

C(H)OEURS (2012), op muziek van Verdi en Wagner, wordt gecreëerd opnieuw op vraag van Gerard Mortier en is Platels meest grootschalige project tot nog toe. In  C(H)OEURS onderzoekt hij met zijn dansers en het koor van het Madrileense operahuis Teatro Real hoe ‘gevaarlijk schoon’ een groep kan zijn.
De politieke connotatie in voorstellingen als tauberbach (2014) en Coup Fatal (samenwerking met Fabrizio Cassol 2014) manifesteert zich dan weer in de levenslust en energie die er in wordt geëtaleerd als voorbeelden van de manier waarop men kan (over)leven in onwaardige omstandigheden (een vuilnisbelt in tauberbach, de reële levensomstandigheden van de muzikanten uit Congo in Coup Fatal). “Lust for life” als vorm van rebellie.

Laat er geen verder geen misverstand over bestaan; Platel streeft geen voortdurende schaalvergroting na. Daarvan getuigen kleine projecten als Nachtschade (voor Victoria in 2006) en coaching werk voor onder andere Jake & Pete’s big reconciliation attempt for the disputes form the past (2011) van Pieter en Jakob Ampe, twee projecten die achteraf gezien hun sporen nalaten in zijn manier van denken over theater.
Alain Platel heeft ondertussen bijna al stoemelings ook een pad geplaveid van dansfilms, met de Britse Sofie Fiennes (Because I Sing in 2001, Ramallah!Ramallah!Ramallah! in 2005 en VSPRS: Show and Tell in 2007) of solo met de balletten en ci en là (2006), een indrukwekkende inkijk in het reilen en zeilen van een twintigjarig dansgezelschap, met uitlopers tot in Vietnam en Burkina Faso. Maar ook én vooral een ode aan thuisstad Gent.